MOOI!: filosofe Rebekka Reinhardt over vergankelijkheid, de kracht van schoonheid en collectief narcisme

In haar boek Mooi! daagt de Duitse filosofe Rebekka Reinhard ons uit af te rekenen met de heersende schoonheidscultus. Daarvoor moeten we onze vergankelijkheid durven te omarmen. ‘Het leven is te kort om enkel met lichamelijke schoonheid bezig te zijn.’

‘Jonge schoonheid is gemakkelijk. Echte schoonheid komt met de tijd’

Stel u bij het slapengaan voor dat het de laatste keer is dat u gaat slapen, dat u over een paar uur dood zult zijn. Stel u de vraag of er iets is wat u ervan weerhoudt om vredig te sterven. Is er iets wat u al jaren, misschien zelfs decennia uitstelt? Wie of wat hindert u daarin?

Richt uw gedachten nu op de toekomst. Wat komt er na dit leven? Bent u echt de nihilist of de atheïst die u altijd beweerde te zijn? Of blijkt dat, nu u in uw donkere slaapkamer ligt na te denken over de dood, u hoopt dat er een transcendente kracht bestaat, of dat iemand u zal begeleiden naar het hiernamaals?

Focus u ten slotte op het heden. Wie zou u mogen begeleiden tijdens uw laatste uren? Wie mag naast uw bed zitten en uw hand vasthouden terwijl u het tijdelijke voor het eeuwige wisselt?

Zo zou een stoïcijnse meditatie in de geest van de Romeinse wijsgeer Seneca kunnen verlopen. ‘Aan uw reactie te zien vindt u het een onaangename gedachte’, zegt Reinhard. ‘Het idee van vergankelijkheid schrikt de mens af. Dood is abstract geworden, we komen er niet dagelijks mee in contact. Onze ouderen gaan naar rusthuizen, aftakeling ligt ver van ons af. We zijn er niet meer op voorbereid.’

Reinhard stelt zo’n meditatie voor aan cliënten die met existentiële vragen worstelen. ‘De oefening is bedoeld om zicht te krijgen op prioriteiten, doelstellingen, spirituele overtuigingen en de mensen die echt belangrijk voor ons zijn’, legt ze uit. ‘ De Brevitate Vitae, of De lengte van het leven, Seneca’s bespiegelingen over hoe kort het leven is, leent zich daar uitstekend toe.’

SCHOONHEID IN VERGANKELIJKHEID

De oefening lijkt verdacht veel op A Christmas Carol van Charles Dickens uit 1843, waarin de verbitterde vrek Ebenezer Scrooge tijdens een eenzame kerstnacht bezoek krijgt van drie geesten die hem zijn verleden, heden en toekomst laten zien. Het personage wordt geconfronteerd met zijn eigen graf, en die ervaring leidt tot een openbaring die zijn karakter verandert.

‘Die verhalen hebben een lange traditie. Ze werden mondeling overgeleverd en doken in de loop van de geschiedenis op in verschillende gedaanten’, legt Reinhard uit. ‘Contempleren over de dood en de vergankelijkheid van het leven was tot voor een paar eeuwen erg gewoon. Het iconische beeld van Shakespeares Hamlet, een jongeman die de schedel van zijn jeugdvriend Yorick voor zich houdt en ertegen praat, was herkenbaar voor mensen uit de zestiende en zeventiende eeuw, omdat de praktijk sinds Seneca en de stoïcijnen nooit helemaal verdwenen was. Met je eigen sterfelijkheid bezig zijn, verandert je gedrag fundamenteel. Het is een filosofische en ethische oefening in het hier en nu zijn.

Van de vergankelijkheid van het leven naar schoonheid, het thema dat Reinhard uitspit in haar recente boek Mooi!, is maar een kleine stap. Inspiratie vond ze bij haar cliënten en patiënten. Reinhard heeft in München een praktijk voor filosofische hulpverlening waar ze een-op-een-gesprekken voert met mensen die existentiële vragen hebben over liefdeskwesties, chronische stress of slepende ziekten. Ze begeleidt hen in hun zoektocht naar antwoorden, maar hanteert daarvoor andere methodes dan men bijvoorbeeld in de psychotherapie gebruikt. ‘Ik voer geen gesprekken over de kindertijd, maar gebruik teksten van oude filosofen die begrijpelijk zijn voor mensen die niet vertrouwd zijn met academische literatuur’, legt ze uit.

Hetzelfde doet ze ook in ziekenhuizen. Vijf jaar lang werkte ze in een oncologisch centrum, vandaag begeleidt ze nog steeds mensen met een mentale aandoening in de psychiatrische afdeling van het universitair ziekenhuis in München. ‘Daar praat ik vooral met patiënten die met een depressie worstelen, omdat vragen over de zin van het leven voor hen erg belangrijk zijn. Met die gesprekken probeer ik hen weg te leiden van hun symptomen, hun problemen en henzelf. Ik probeer hun horizon te verruimen, hun een ander perspectief op het leven te bieden.’

‘Maar zelf leer ik ook veel van mijn cliënten, ze inspireren me’, zegt Reinhard. ‘In het oncologisch ziekenhuis ontmoette ik vrouwen die terminaal ziek waren en door de behandeling hun haar en wimpers hadden verloren. Toch zag ik dat sommigen van hen nog altijd aandacht besteedden aan hun uiterlijk. Ze droegen make-up, een mooie tulband of een sjaal. Voor mij was dat geen kwestie van ijdelheid, het toonde vooral dat ze zichzelf nog niet hadden opgegeven. Ook van mijn depressieve patiënten kon ik veel opsteken. Sommigen zijn zo ziek dat ze zich amper een halfuur kunnen concentreren op een gesprek. Maar ondanks hun ziekte zijn veel van hen nog in staat om te genieten van een bloem, een kindertekening of een mooie bedsprei. Dat leerde me dat schoonheid je leven betekenis kan geven, ook als alle andere zin zoek is of ontoegankelijk. Schoonheid is meer dan een waarneembaar fenomeen, schoonheid heeft een spirituele kracht.’

ONREALISTISCH IDEAALBEELD

In Mooi! breekt Reinhard een lans voor die transcendente kracht van schoonheid. Dat doet ze niet zonder de kwalijke kanten van schoonheid te analyseren. ‘We leven in een tijd van collectief narcisme’, zegt ze. ‘We zijn in het vrije Westen zo geprivilegieerd. We hebben het veel te goed. Onze generatie en de generaties die na ons komen, weten niet wat het is om als gemeenschap te lijden. We weten niet wat honger is, wat echte ellende is. Nochtans is dat een manier om onze overmoed te relativeren.’

We zijn ook onze tradities en waarden vergeten, niet alleen de christelijke maar ook de humanistische. We hebben beslist dat we God, of het goddelijke, in onszelf moeten zoeken. Van jongs af aan worden we aangemoedigd om onze grootheid zo veel mogelijk te etaleren door bijvoorbeeld foto’s van onszelf te posten op de sociale media. Voortdurend circuleren we rond ons eigen ego en geven we ons leven zin door dingen te perfectioneren. Dat alles doen we om ons persoonlijke succes te waarborgen. Wie weigert daaraan mee te doen, wordt als moreel inferieur beschouwd, en wie zijn mogelijkheden niet benut, wordt met de vinger gewezen. Recent onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat slankere vrouwelijke managers beter betaald worden dan hun dikkere collega’s. Nog maar eens een symptoom van dat narcisme.’

Of ze denkt dat die golf van narcisme de oorzaak is van mentale aandoeningen zoals depressies en burn-outs? ‘Absoluut’, antwoordt ze stellig. ‘Niemand kan voldoen aan het onrealistische ideaalbeeld van de supermens. Onze tijd wordt gedomineerd door enggeestigheid. Alles moet in een hokje passen, in een icoon, in een app. Dat heeft ook te maken met de snelheid waartegen we leven. We nemen de tijd niet om te kijken naar verschillende vormen van schoonheid, of om iemands innerlijke schoonheid te ontdekken.’

HET NIEUWE GEZICHT VAN RENEE ZELLWEGER

De heersende schoonheidscultus toonde zich onlangs van zijn meest perverse kant in de transformatie van Hollywoodactrice Renée Zellweger. Ook Reinhard verbaasde zich over het nieuwe gezicht van de Bridget Jones -actrice. ‘Zellweger was een onnavolgbare schoonheid, en toch koos ze ervoor om haar unieke gezicht te veranderen’, zegt ze hoofdschuddend.

‘We kunnen alleen maar aannemen dat ze dat deed om zichzelf mooier te maken. Ironisch genoeg is het resultaat niet mooier of minder mooi. Ze is een andere persoon geworden. Dat is precies waar het bij plastische chirurgie om draait: de zoektocht naar een nieuwe identiteit. Het is duidelijk dat Zellweger haar lichaam wilde verlaten. Het lijkt wel alsof ze door iemand anders te worden toegang hoopt te vinden tot een betekenisvol leven. Denkt ze dat dat een oplossing biedt voor de existentiële leegte die ze allicht ervaart? Dan vergist ze zich, tenzij ze in magie gelooft. De innerlijke transformatie die wel tot een zinvol bestaan kan leiden, is niet te koop bij de plastisch chirurg.

Zellweger verwart volgens Reinhard twee dingen. ‘Je lichaam is geen materie die je naar wens kunt verknippen. Het is ondeelbaar verbonden met je ziel en je geest. Ik zie geen persoonlijkheid meer in haar gelaat, ik zie alleen nog een schedel. Zoals bij iemand die overleden is, is alle ziel uit haar gelaat verdwenen.’ Of om het met een oud-Grieks begrip te benoemen: de eros of aantrekkingskracht in Zellweger is verdwenen, enkel de thanatos of het zielloze blijft over.

Als we het dan toch over schoonheid hebben, verkiest Reinhard het ongrijpbare en mysterieuze charisma van de diva. ‘De dualiteit van de menselijke aard, eros en thanatos, manifesteert zich in het bijzonder in diva’s’, schrijft ze. Artiesten als Marilyn Monroe, Liz Taylor, Maria Callas of Elvis Presley fascineren ons vanwege hun vitaliteit en hun creatiedrang. Maar net zo goed confronteren ze ons met de dood omdat zij een tragisch bestaan leidden. De biografie van een diva leest als een tragedie: de vreselijke jeugd, de plotse doorbraak, de wereldfaam, en uiteindelijk de ondergang.

Volgens de Duitse psychiater Borwin Bandelow vertoont bijna elke diva de symptomen van een borderlinepatiënt of een emotioneel labiele persoonlijkheidsstoornis. ‘Diva’s verlangen altijd naar meer, wat hen uiteindelijk naar de afgrond voert’, legt Reinhard uit. ‘De diva is de vleesgeworden paradox: ze is tegelijk mooi en lelijk, geweldig en droevig, omdat ze pendelt tussen triomf en nederlaag, tussen enthousiasme en wanhoop. Omdat ze, bij gebrek aan grip op het leven, de grenzen tussen schijn en zijn, tussen leven en dood negeert.’

HYPERKAPITALISME

Lang geleden hield de alchemie zich bezig met de mystieke zoektocht naar de Steen der Wijzen waarmee men gewone metalen zou kunnen veranderen in edelmetalen, en naar het elixer dat het eeuwige leven zou schenken. De tijd verslaan is een oud menselijk verlangen, dat ook toen al slachtoffers maakte: nogal wat heersers overleefden hun slok van een levenselixer niet omdat hun alchemisten er giftige materialen als kwik in verwerkt hadden. Maar nooit maakte die jacht op de eeuwige jeugd zoveel slachtoffers als vandaag.

‘Je zou de technologische vooruitgang kunnen aanwijzen als schuldige’, zegt Reinhard. ‘De verjongingstechnieken zijn spectaculair. Bovendien komt het beeld van perfectie via de digitale wereld rechtstreeks bij ons binnen. Als we die honderdduizenden pixels zien die het kleinste foutje uitvergroten, wordt de drang om daar iets aan te doen sterker dan onszelf. Omdat de technologie sneller evolueert dan de mens, heeft ze macht over ons en dicteert ze ons wat we moeten doen: mooier en perfecter worden.’

‘Toch wil ik niet technofoob klinken’, benadrukt Reinhard. ‘Wat mij betreft is de echte verantwoordelijke voor die perversie het hyperkapitalisme. Er zijn economische belangen mee gemoeid. Vandaag staat schoonheid gelijk aan fysieke schoonheid, fysieke schoonheid aan perfectie, en perfectie aan economisch succes. Mooi zijn is een prestatie, geen speling van de natuur. Die gedachte wordt gevoed en hoog gehouden door de massamedia, de marketing en de schoonheidsindustrie.’

Heeft schoonheid dan geen onschuldige kant? Ook Reinhard zit per slot van rekening mooi opgemaakt aan tafel. ‘Dat hangt af van de motivatie’, stelt ze. ‘De spiegel is blind. Hij toont alleen wat je bent, niet wie je bent. Wie voortdurend bezig is met zijn uiterlijk om succesvoller te zijn, wie al zijn tijd investeert in personal branding en zelfmarketing, buit zichzelf uit en ondermijnt zijn mogelijkheden als mens. Het verschil met een depressieve patiënt die geniet van de schoonheid van een boeket bloemen, of iemand die anderen gelukkig wil maken met iets moois, is dat schoonheid in het laatste geval een hoger ethisch doel dient.’

‘Daarom pleit ik ook voor een herwaardering van het oud-Griekse concept kalokagathia , waarin het schone, het goede en het waarachtige samenkomen. Je vindt het bijvoorbeeld terug bij Plato, die zegt dat ware schoonheid nooit enkel aan de buitenkant ligt maar ook een innerlijke dimensie heeft die hij ‘de mooie ziel’ noemde. Een mooie mens belichaamt ook morele principes en waarheid, in de zin dat hij anderen niet bedriegt en altijd op zoek is naar nieuwe aspecten van de waarheid. Kalokagathia gaat dus over waarden.’

Maar niemand – Renée Zellweger, Plato, wie dan ook – streeft naar schoonheid voor zichzelf, aldus Reinhard. Schoonheid is nooit een doel op zich. ‘Schoonheid is de belofte van geluk, beweerde Stendhal. Het ultieme doel is een mooi, gelukkig én zinvol leven leiden. Daarom denk ik dat alle schoonheid, zelfs artificiële, een geheim herbergt dat niet meetbaar is of in cijfers kan worden uitgedrukt. Het is dat ongrijpbare maar existentiële verlangen dat ons sprakeloos maakt.’

OUDER WORDEN

In The Beauty Myth schreef feministe Naomi Wolf dat een cultuur die gefixeerd is op dunne vrouwen niet zozeer geobsedeerd is door vrouwelijk schoon, maar wel door vrouwelijke gehoorzaamheid. Reinhard kan zich daarin vinden en wijt het aan de grote impact van de evolutionaire biologie.

Volgens Darwin zijn vrouwen genetisch geprogrammeerd om gehoorzaam te zijn en zich mooi te maken voor de man, omdat het de voortplanting vooruithelpt. Mensen zijn volgens die theorie gevangenen van hun lichaam. Vreemd genoeg speelde die biologische factor een minder belangrijke rol in de cultuur van de jaren zeventig. Het lijkt erop dat we achteruitgaan in plaats van vooruit. Schoonheidsidealen zijn in die zin een manier om vrouwen dom te houden en af te leiden van belangrijkere zaken. Terwijl we door meditatie over de dood ook tot de conclusie kunnen komen dat het leven te kort is om voortdurend met ons lichaam bezig te zijn. Dat zeg ik vaak tegen mijn vrouwelijke cliënten. Ik beschouw het als mijn plicht om hen wakker te schudden en het juk van de heersende schoonheidsidealen van zich af te werpen.’

‘Ouder worden is een subversieve daad’, zei de 57-jarige actrice Frances McDormand twee weken geleden in The New York Times. Ze beschouwt het naar eigen zeggen als haar recht. ‘Ze is een heldin’, reageert Reinhard.’Ze kiest voor menselijkheid, wat vandaag helaas subversief is. Dat vraagt moed. Persoonlijk kan ik geen schoonheid die jonger is dan vijftig ernstig nemen. Jonge schoonheid is gemakkelijk. Echte schoonheid komt met de tijd. Een oudere vrouw mag dan misschien fysiek minder aantrekkelijk zijn, maar als je met haar praat, straalt ze omdat ze het leven heeft geleefd. Haar ervaringen maken haar rijk. Een echte schoonheid vergeet haar uiterlijk omdat er zoveel dingen in het leven zijn die veel interessanter zijn dan sinaasappelhuid. Er is muziek, literatuur, kunst, vreemde landen. Er is zoveel te ontdekken. Een echt mooie vrouw heeft de ambitie om de wereld iets verstandiger te verlaten dan dat ze die heeft betreden.’

In de essaybundel Structuur van de slechte smaak uit 1988 schreef de Italiaanse filosoof en schrijver Umberto Eco: ‘Het is logisch dat kitsch, als licht verteerbare ersatz van kunst, het ideale voedsel blijkt te zijn voor een lui publiek dat de waarden van het schone wenst aan te hangen, zonder er zelf enige moeite voor te hoeven doen.’ Kampt onze samenleving niet eerder met mentale luiheid dan met onwetendheid?

DE VALSE BELOFTE VAN DE DICTATOR

‘Zeker’, beaamt Reinhard. ‘De aantrekkingskracht van de illusie speelt op veel vlakken. Ik heb het in mijn boek ook over de retoriek van leiders als Adolf Hitler of Silvio Berlusconi. Het zijn acteurs die goed zijn in de kunst van het redevoeren. Mensen trappen graag in hun leugens. Ook hier is het citaat van Stendhal, dat schoonheid de belofte aan geluk inhoudt, van toepassing. Het verlangen naar geluk is overweldigend, en Hitler verpersoonlijkte dat verlangen. Het mechanisme is eenvoudig. Net omdat mensen lui zijn, willen ze graag geloven dat iemand voor hen zal zorgen en hun problemen zal oplossen. Het effect van een mooie leugen is altijd sterker dan het effect van het meest logische argument.’

‘Wat erger is: de geschiedenis heeft de neiging zichzelf te herhalen. Als dat niet zo was, dan heerste er nu wereldvrede. De mens is een onwillige leerling, hij verandert niet. Daar is hij te conservatief voor. Men houdt het graag op wat men gewoon is, ook al veroorzaakt die gewoonte stress. Zelf nadenken, zichzelf bevrijden van wat anderen zouden kunnen vinden, is lastig. Ook al is de zelfhulp van de filosofen uit de oudheid, zoals Plato en Seneca, nog altijd modern, het toepassen van die wijsheden op dagelijkse basis blijft moeilijk. Mensen houden vast aan hun comfortzone, en niets zal die trend stoppen, behalve een ramp. Een oorlog, een ernstige ziekte of een andere schokkende ervaring heeft veel meer impact dan een oude Griekse filosoof. Het leven blijkt een betere leraar.’

INFO Mooi! van Rebekka Reinhard verscheen bij uitgeverij Ten Have.

Dit artikel verscheen eerder in Knack 45 (2014).


Posted

in

, ,

by

Comments

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.